"Ik kom later bij mama werken."
"Fijn hoor, wat ga je dan op mama's kantoor doen?"
"Schrijven!"
"Ok, dat hebben we wel nodig. En dan moet je ook veel over de natuur weten hé."
Kijkt naar buiten, denkt na...
"Maar ik weet wel veel van de natuur hoor. Ik weet wat Ruigtand (nvr: dino) niet lust: een varkentje dat al in de modder heeft gelegen"