"Mama, Geloof jij in God?"
"Hm, hoe kom je daar ineens bij? Heb je het daar in school over gehad?"
"Ja, we hebben een kaarsje gebrand en dan mocht je aan God denken of aan Jippe" (kindje dat gaat verhuizen)
"Zo, en aan wie heb jij gedacht?"
"Aan poes Tobie die gestorven is en aan lekker eten en drinken!"